Sulfiet

Voor de mensen die het niet weten: sulfiet is de verzamelnaam voor alle stoffen waar zwavel in zit. De scheikundige naam hiervoor is SO2, oftewel zwaveldioxide. Sulfiet wordt aan wijn toegevoegd om verschillende redenen. Het zorgt ervoor dat de wijn niet oxideert, het zorgt ervoor dat schimmels en bacteriën geen vat op de wijn krijgen en het vergistingsproces wordt gestopt. “Maar je krijgt daar toch zulke hoofdpijn van?” is een veelgehoorde vraag. Nee hoor, uit medisch onderzoek is gebleken dat dit volledig onjuist is. Net als het feit overigens dat je van “goedkope” wijn hoofdpijn zou krijgen. Hoofdpijn krijg je toch echt vooral van een te hoge alcoholinname en een te lage vochtinname. “Maar toch wil ik een wijn zonder sulfiet.” In principe is dit niet mogelijk, omdat sulfiet een natuurlijk gist is dat vrijkomt bij het proces van wijn maken. Een wijnmaker mag zijn wijn echter sulfietvrij noemen, wanneer de wijn minder dan 10mg/l bevat. Een voorbeeld hiervan zijn de in populariteit stijgende ‘natuurwijnen’. Nadeel hiervan kan zijn dat er sneller ongewenste geuren en smaken in de wijn terecht komen. Om het beeld volledig te maken. De maximale toegestane hoeveelheid sulfiet is 200 mg/l. In biologische wijnen zit gemiddeld genomen rond de 40 mg/l en in ‘gewone’ wijnen rond de 80 mg/l. Een hoog sulfietgehalte in de wijn is te herkennen aan een prikkelend gevoel in de neus, hetzelfde gevoel dat zwavel ook kan veroorzaken.